Nieuwe veerman Boven 't Gat heeft er zin in

WOUDRICHEM - POEDEROIJEN: Hij staat te trappelen om met het voetveer uit te varen maar de tijdelijke sluiting van kasteel Loevestein houdt de nieuwe veerman vooralsnog aan wal. ‘’Ik wil dat het hier veel drukker wordt. Ik hoop op 70.000 mensen. Kom maar op!’’

Ongedurig beent Marc de Bruijn over het terrein bij Boven ’t Gat. ‘’Kijk, hier komen openslaande deuren waardoor we het horecadeel binnen aantrekkelijker wordt. En hier kun je elektrische fietsen opladen. Betalen doen we voortaan met een pinapparaat, en hier……’’ De nieuwe veerman laat trots de beknopte menukaart zien, de vrieskist voor ijs en natuurlijk boot Hugo. Alles is gereed om van start te gaan. Af en toe melden zich mensen die de rivier over willen steken, maar zolang het land in de greep is van het Coronavirus, is Loevestein gesloten. En De Bruijn is in dienst van de stichting Loevestein die het salaris van de veerman in rekening brengt bij de stichting Boven ’t Gat. Zij int de veergelden en de horecaopbrengst.

Marc de Bruijn(54) neemt het roer over van Philip Vink die jaarlijks zo’n 40.000 mensen overzette. Steeds vaker mét een elektrische fiets. Maar dat maakt het werk niet zwaarder, meent Aart Geurtsen, de voorzitter van Boven ’t Gat. ‘’Flauwekul! Tillen hoeft helemaal niet. Mensen rijden hun fiets zo de boot op.’’ De Bruijn knikt. Hij heeft op elf veren gevaren (Maas en Neder-Rijn) en dit wordt zijn eerste voetveer. ‘’De omgeving, het kleinschalige, gemoedelijke en het contact met de mensen trekken mij. Ik heb al met heel veel mensen gesproken. Iedereen is aardig.’’ Hij vindt het leuk als mensen even komen ‘’buurten’’, op zijn eerdere veren was het niet anders.

Kletser
De Bruijn is een echte Brabander. Hij is geboren en getogen in Den Bosch waarhij met carnaval als kletser het podium beklimt voor een paar honderd mensen. Verkleed als wc-juffrouw bijvoorbeeld met een wasknijper op z’n neus. En dan lekker de draak steken met Oeteldonk. Hij knoopt graag een praatje aan en wil dat mensen het naar hun zin hebben.
Na zijn opleiding toerisme in Breda, zat hij op touringcars naar Spanje. Toen hij een gezin kreeg, verruilde hij de lange afstanden voor korte. ‘’Ik heb een tijd op lijn 121 gereden, van Den Bosch naar Gorinchem’’. Hij kent de weg op z’n duimpje, óók het water. Zijn hele leven al is hij een fervent watersporter. Surfen, roeien, zeilen, ‘’Ik heb 35 jaar een Franse kustzeiler gehad. Nu heb ik een motorschip, dat ligt in Den Bosch’’.

In de haven van Woudrichem is hij vaak geweest. Het was een prachtige tussenstop op weg naar de Biesbosch en nu is het zijn werkplek.
De Bruijn kan eindeloos verhalen. Voor de overtocht straks moet hij het kort houden. Hij heeft dan ongeveer vier minuten om iets te vertellen over de Afgedamde Maas, het Munnikenland, Hugo en om de mensen een wijsheid mee te geven. “Laat je niet kisten!”

(Bron: Vestingkrant 't Poortaol)